“Reële schuld”

mr. R.P.M. Duijndam

In een zaak welke diende bij het Gerechtshof Den Haag ging het om de hoogte van de kinderalimentatie en de draagkracht van de man. Het gerechtshof houdt in deze zaak rekening met een zakelijke schuld – anders dan de rechtbank eerder deed – welke de man dient af te lossen. De man kon volgens het gerechtshof aantonen dat hij maandelijks op de schuld moest aflossen. Volgens het gerechtshof is daarom sprake van een “reële schuld”.

Het gerechtshof stelt dat het daarbij niet van belang is of de aflossing via privé-onttrekkingen of uit de winst van de onderneming is voldaan. Omdat de aflossing uit de liquiditeit van de onderneming dient te worden voldaan, neemt het hof het bedrag dat dient te worden afgelost  “als te betalen schulden bij het draagkrachtloos inkomen van de man in aanmerking”.

Bekijk de gehele uitspraak van het gerechtshof hier.

(http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2014:916&keyword=ECLI%3aNL%3aGHDHA%3a2014%3a916+)

 

mr. R.P.M. Duijndam