Huurder kan bemiddelingskosten terugvorderen

mr. R.P.M. Duijndam

Onlangs heeft de kantonrechter zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de bemiddelingsovereenkomst tussen bemiddelaar en verhuurder.

De Hoge Raad heeft overwogen dat indien de verhuurder woonruimte op de website van de bemiddelaar te huur aanbiedt zonder hiervoor een vergoeding verschuldigd te zijn, er in beginsel ook sprake is van een bemiddelingsovereenkomst tussen verhuurder en bemiddelaar.

De Hoge Raad merkt in dat kader het volgende op:

“Weliswaar is naar de letter van art. 7:425 BW pas van bemiddeling sprake als de bemiddelaar recht heeft op loon voor zijn werkzaamheden, maar dit staat niet in de weg aan de overeenkomstige toepassing van art. 7:417 lid 4 BW op gevallen als het onderhavige. Het ontstaan van een aanspraak op loon is immers niet een noodzakelijke voorwaarde om van een bemiddelingsovereenkomst te kunnen spreken.”

Geen sprake van een bemiddelingsovereenkomst is er indien de website slechts als een “elektronisch prikbord” functioneert en de potentiële huurder de verhuurder rechtstreeks kan benaderen. In de woorden van de Hoge Raad:

“Art. 7:417 lid 4 BW is echter in gevallen als hier bedoeld niet overeenkomstig van toepassing als de beheerder van de website stelt, en bij gemotiveerde betwisting bewijst, dat de website alleen als ‘elektronisch prikbord’ functioneert, dat wil zeggen dat de beheerder daarvan niet de aspirant-verhuurder en -huurder van elkaar afschermt en het hun dus niet onmogelijk maakt dat zij rechtstreeks en zonder zijn tussenkomst met elkaar in contact treden om over totstandkoming van een huurovereenkomst te onderhandelen.”

Dit is gunstig voor huurders. Als sprake is van een bemiddelingsovereenkomst mag de bemiddelaar namelijk geen vergoeding vragen van een huurder. Terugvordering van reeds betaalde bemiddelingskosten is dus te overwegen.

 

mr. R.P.M. Duijndam