De Wet Doorstroming Huurmarkt rust op twee pijlers. Een ‘huursombenadering’ maximeert de som van alle huurstijgingen van woningcorporaties – inclusief die bij vrijkomende woningen – op gemiddeld inflatie plus 1 procent. De andere pijler verruimt in het huurrecht de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten.
Huursom
De wettelijke maximering van de som van alle huurstijgingen van woningcorporaties sluit aan bij het Sociaal Huurakkoord dat Aedes en de Woonbond vorig jaar sloten.
Binnen de limiet zijn op individueel niveau jaarlijkse huurverhogingen tot maximaal inflatie plus 2,5 procent mogelijk. Deze maxima gelden ook voor particuliere verhuurders van gereguleerde huurwoningen, maar zij zijn niet gebonden aan het plafond van een maximale huursomstijging.
De huurharmonisatie – de verhoging van de huurprijs na een verhuizing – telt voor corporaties mee in de berekening van de maximale huursomstijging. De verwachting is dat daardoor de soms grote verschillen tussen bestaande en nieuwe huurcontracten afnemen. Dit draagt bij aan een betere doorstroming.
Inkomenstoets
Het kabinet blijft scheefwoners stimuleren om door te stromen. Voor inkomens boven de toewijzingsgrens voor de sociale huur geldt een huurverhoging van inflatie plus 4 procent. Maar gepensioneerden en huishoudens van ministens 4 personen zijn hiervan uitgezonderd. Inkomensafhankelijke huurverhogingen tellen niet mee bij de berekening van de huursomstijging mits de extra opbrengsten worden gebruikt voor investeringen.
De wijzigingen gelden vanaf volgend jaar.
Dit jaar geldt bij de jaarlijkse aanpassing van de huurprijzen nog een maximale verhoging van inflatie plus 1,5 procent voor de laagste inkomensgroep. Voor hogere inkomens geldt afhankelijk van de inkomenscategorie een maximale verhoging van inflatie plus 2 procent of inflatie plus 4 procent.
De huidige maximale huursomstijging voor woningcorporaties wordt beperkt op inflatie plus 0,4 procent. Voor zittende huurders zal de huurverhoging dan gemiddeld lager uitkomen. De huurharmonisatie telt dit jaar nog niet mee.
Tijdelijke huurcontracten
Het wetsvoorstel doorstroming huurmarkt breidt via een wijziging van het Burgerlijk Wetboek de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten uit. Een deel van de woningvoorraad kan zo makkelijker gereserveerd worden voor doelgroepen die nu lastig aan passende huisvesting kunnen komen. En speciaal geschikte woningen blijven zo beschikbaar voor de betreffende doelgroep. Dat draagt bij aan een efficiënter gebruik van de woningvoorraad.
Het huurrecht kent nu nog alleen nog bepalingen voor de doelgroepen ouderen, gehandicapten en studenten. Het wetsvoorstel breidt dit uit met contracten voor promovendi en grote gezinnen. Ook sluit het wetsvoorstel hiermee aan bij de initiatiefwet van de ChristenUnie dat een 5-jaarscontract voor jongeren tussen de 18 en 27 regelt. De Eerste Kamer ging onlangs met dit wetsvoorstel akkoord.
Verder komt er een huurcontract van maximaal 2 jaar en een huurcontract van maximaal 5 jaar voor onzelfstandige woonruimte. Deze contracten eindigen na de afgesproken termijn van rechtswege. De verwachting is dat deze nieuwe contractsvorm het aanbod vergroot omdat aspirant-verhuurders dan makkelijker overgaan tot verhuur van woonruimte.
In de wet is expliciet vastgelegd dat woningcorporaties, afgezien van een aantal uitzonderingen, geen contracten van maximaal 2 jaar voor zelfstandige woningen mogen aanbieden.
De wijzigingen in het huurrecht gaan in per 1 juli 2016.
Bron: Rijksoverheid.nl